Odes

Ode aan rode kool

   O, rode kool!
   Gij behoeft beslist een Ode!
   En op zijn minst een aureool
   Wij mensen hebben U van node
   Tezaam met appels en bloedworst
   Bereidt gij ons een feest'lijken dis
   Die ons allen steeds doet watertanden
   Van Rodeschool tot aan Broekhuizenvorst
   Wordt gij gekruid, doch niet pedis
   En laat men U niet aanbranden!


Ode aan een spruitje

   O, goddelijk spruitje
   Ik heb u toch zo lief!
   Halfgaar, of op een beschuitje
   Is het dat ik U het beste blief
   Ook zijn er die U haten
   Oerdommen zijn dat, allemaal
   Een ereplaats verdient Uw bitterzoet
   Onnodig zijn de aromaten
   Voor telkens weer een godenmaal
   Waarbij dan volschiet mijn gemoed


Ode aan Willeke Alberti

   O, Willeke Alberti
   Gij Nachtegaal van 't Volk
   Ons aller favoriet bij acclamatie
   Never nooit behoeft gij ooit een tolk
   Want uw lied ontroert ons hart
   Tot diep in onze tenen
   Roert gij onze zieletranen
   Met uw lieflijke Stem Vol Smart
   Slechts één onzalige neemt de benen
   Terwijl wij allen janken als Italianen


Ode aan de mayonaise

   O, mayonaise!
   Gij wonderbare saus
   Familie van de Hollandaise
   Krijgt U altijd een donderend applaus
   Van eenieder die met overgave geniet
   Van uw zachte volle fijne smaak
   Perfect bij alles uit de frituur
   Van wonderbare gouden friet,
   En salade van pastinaak
   Tot juichend bittergarnituur 
 
Ode aan de aubergine

   O, aubergine!                  [dat begint al niet verkeerd]
   Gij wonderpaarse vrucht
   Ik snijd U met een, eh.. keukenmachine
   En slaak dan een voldane zucht
   Fantastisch is uw diepe kleur
   Uw toepassingen zijn eindeloos
   In plakken gebakken, dan wel gevuld
   Doorbreekt U alle etenssleur
   Maakt U elke maaltijd weergaloos
   En wordt door eenieder stil gesmuld